Artikeloverzicht

Het is pas leuk als het moeilijk is: leerhonger en cognitieve uitdaging in de klas

Schoolwerk moet in verhouding staan tot de capaciteiten van de leerlingen: het mag niet té moeilijk zijn – want dan haken leerlingen gefrustreerd af, maar ook niet te makkelijk – want dan verliezen leerlingen hun interesse en slaat de verveling toe. Goede lessen zijn dus lessen waarin leerlingen op het gepaste niveau worden uitgedaagd.

De gegevens die we verzamelden binnen het TALENT-onderzoek bevestigen dit patroon: leerlingen die hun schoolwerk als voldoende uitdagend beoordelen, rapporteerden meer intrinsieke motivatie en een sterkere betrokkenheid bij hun schoolwerk. Interessant is echter dat voor sommige leerlingen uitdagend schoolwerk nog belangrijker lijkt te zijn dan voor anderen. Uit ons onderzoek blijkt dat met name leerlingen met een hoge need for cognition (leerhonger) bijzonder gemotiveerd kunnen worden door cognitief uitdagend schoolwerk. In dit artikel lichten we dit begrip toe, en bespreken we waarom het relevant is voor de onderwijspraktijk.

Mensen verschillen in de mate waarin ze op zoek gaan naar, opgaan in en genieten van cognitieve uitdaging. In de wetenschappelijke literatuur wordt deze ‘leerhonger’ iemands need for cognition genoemd. Mensen met een hoge need for cognition houden er dus van om diep te moeten nadenken, en verkiezen moeilijke taken (bv. een ingewikkeld raadsel oplossen) boven eenvoudiger opdrachten. Enigszins verrassend blijkt deze voorkeur voor cognitieve uitdaging relatief onafhankelijk te zijn van iemands cognitieve capaciteiten (intelligentie). Dit verschil wordt wel eens uitgelegd als een onderscheid tussen ‘maximaal’ en ‘typisch’ intellectueel vermogen: waar intelligentie aangeeft tot wat iemand maximaal in staat is (wat dan bepaald kan worden met een test), verwijst need for cognition eerder naar de mate waarin mensen in hun dagelijks leven geneigd zijn om hun cognitieve vermogens intensief te gebruiken.

In een klassituatie worden leerlingen doorlopend geconfronteerd met cognitieve problemen van uiteenlopend niveau. In het TALENT-onderzoek, dat 3.409 Vlaamse leerlingen volgde doorheen de eerste graad van het secundair onderwijs, wilden we daarom graag onderzoeken hoe need for cognition een rol speelt in de motivatie van leerlingen. Op het einde van het eerste jaar secundair onderwijs lieten we de leerlingen beoordelen hoe uitdagend het onderwijs in hun klas was, en hoe intrinsiek gemotiveerd en betrokken ze zich voelden. Daarnaast brachten we hun need for cognition in kaart m.b.v. een vertaling van een Duitse schaal (Preckel & Strobel, 2011) bestaande uit 14 items. Typische items die moesten worden beoordeeld waren bv. “Ik denk heel graag na”, “Ik hou van situaties waarin ik veel moet nadenken” en “Ik wil altijd alles precies weten”.

 

 

Wat bleek? Vooreerst bevestigde het TALENT-onderzoek dat voldoende uitdagend schoolwerk wérkt. Over het algemeen voelden leerlingen zich meer intrinsiek gemotiveerd en meer betrokken wanneer het niveau van hun schoolwerk in de lijn ligt van hun capaciteiten (zie Figuur 1). Daarnaast vonden we dat jongeren met een hoge need for cognition gemiddeld gezien meer gemotiveerd waren voor hun schoolwerk: wie graag nadenkt, zal meer plezier beleven aan een schooldag dan wie dat niet doet. Belangrijk is echter dat we ook een (positief) interactie-effect vonden tussen uitdagend schoolwerk en need for cognition. Dat betekent dat beide elkaar versterken: wie graag nadenkt, zal pas echt optimaal gemotiveerd worden (“in de flow” geraken) wanneer de lessen de cognitieve capaciteiten voldoende prikkelen. De TALENT-gegevens bevestigden verder dat need for cognition slechts in beperkte mate samenhangt met intelligentie: need for cognition correleerde namelijk maar matig (r = .22) met prestaties op een cognitieve test (CoVaT-CHC). Wie slim is, denkt dus niet per definitie graag na. Andersom kunnen ook leerlingen met een gemiddelde of eerder lage intelligentie echt ‘gebeten om te weten’ zijn.

Wat betekent dit voor de onderwijspraktijk? Eerst en vooral blijken álle leerlingen baat te hebben bij schoolwerk dat goed is afgestemd op hun capaciteiten. Daarnaast blijken echter bij uitstek leerlingen met een hoge need for cognition hiervoor gevoelig: deze leerlingen kunnen echt bijzonder sterk gemotiveerd worden wanneer hun schoolwerk hun capaciteiten voldoende sterk aanspreekt. Leerkrachten doen er dus goed aan ook oog te hebben voor deze ‘leerhonger’ bij hun leerlingen, en na te denken over hoe ze deze honger op een gepaste manier kunnen voeden.

 

(bijdrage door: Jeroen Lavrijsen)

Lavrijsen, J., Preckel, F., Verachtert, P., Vansteenkiste, M., & Verschueren, K. (2020). Are motivational benefits of adequately challenging schoolwork related to students' need for cognition, cognitive ability, or both? Personality and Individual Differences, 171, 110558, https://doi.org/10.1016/j.paid.2020.110558.