Vlaamse RIASOC-vragenlijst
In de onderwijsloopbaanbegeleiding is het belangrijk om een goed zicht te krijgen op de interesses van leerlingen. De RIASOC-theorie van John L. Holland vat "interesse" daarbij op als een persoonlijkheidskenmerk dat aangeeft tot welke activiteiten iemand zich aangetrokken voelt (Realistisch, Intellectueel, Artistiek, Sociaal, Ondernemend, Conventioneel). Binnen het TALENT-project werd, op basis van een Amerikaanse vragenlijst (ICA-R; Tracey & Ward, 1998), een Vlaamse RIASOC-vragenlijst ontwikkeld en getest bij 3.409 Vlaamse leerlingen.
De RIASOC-vragenlijst is geschikt om de interesses van leerlingen in de eerste graad van het secundair onderwijs in kaart te brengen. Interesses worden daarbij gemeten op een manier die de schoolcontext overstijgt. Zo wordt er niet gepolst naar interesses voor schoolse activiteiten, maar naar algemene voorkeuren die zich uiten in het dagelijkse leven en in activiteiten buiten de schoolcontext. Met name voor jongeren die (tijdelijk) weinig waarde zien in het schools leren kan dit een relevante invalshoek zijn. Een dergelijke interessebevraging kan op verschillende manieren een plaats krijgen binnen de begeleiding van leerlingen op school, bijvoorbeeld in kader van onderwijsloopbaan-begeleiding. De afname kan ook relevant zijn in het kader van de begeleiding van jongeren met motivatieproblemen, die het doel en de waarde van het studeren niet (meer) zien.
Een specifiek toepassingsgebied van de RIASOC-vragenlijst is het gebruik in het kader van het vormgeven van een verrijkingsaanbod voor cognitief sterk functionerende leerlingen. Om het onderwijsaanbod op school meer op de leest van deze leerlingen te schoeien, kunnen leraren en scholen overbodige instructie- en oefenmomenten schrappen (d.i. compacten) en de vrijgekomen tijd invullen met zogenaamde verrijkingsactiviteiten. In deze verrijking wordt leerstof diepgaander dan gewoonlijk behandeld (verdieping) en/of wordt leerstof aangeboden die niet tot het gewone curriculum behoort (verbreding). De keuze van geschikte verrijkingsleerstof kan onder meer gebaseerd worden op het interesseprofiel van de betrokken leerling. Verrijkingsprogramma’s voor cognitief sterke adolescenten zetten vaak ook in op het exploreren van zichzelf en van loopbaandoelen. Talentontwikkeling wordt immers gekenmerkt wordt door toenemende specialisatie (Verschueren et al., 2021). Scholen kunnen leerlingen in dit ontwikkelingsproces ondersteunen door hen te helpen bij het exploreren van hun interesses en toekomstplannen. Ook hiervoor kan de vragenlijst worden ingezet.
Deze vragenlijst en handleiding worden ter beschikking gesteld voor gebruik door Vlaamse scholen en CLB’s. We zijn zeer geïnteresseerd in uw ervaringen met het gebruik van deze vragenlijst; deze mag u ons altijd bezorgen via karine.verschueren@kuleuven.be.
Voor gebruik door anderen (bv. buiten de schoolcontext of in wetenschappelijk onderzoek), vragen we u voorafgaand contact op te nemen met karine.verschueren@kuleuven.be.