Artikeloverzicht

Talent-Development Mega-Model van Subotnik

Subotnik et al. stelt een mega-model van talentontwikkeling voor waarbij de meest overtuigende componenten van andere, reeds gevestigde modellen geïntegreerd worden met de bedoeling dat het model op alle domeinen van toepassing is.

Wanneer ontluikend talent herkend wordt, kan dit verder ontwikkeld en ondersteund worden door ouders, leraren of een mentor, door begeleiding te bieden in de psychologische sterktes en sociale vaardigheden die nodig zijn om van de ene fase van ontwikkeling naar de volgende te gaan. Het model is door Subotnik et al. ontwikkeld met de volgende principes in gedachten: vaardigheden zijn van belang, domeinen van talent hebben verschillende ontwikkelingsstadia, kansen moeten aan jongeren worden geboden maar ook door hen worden genomen, psychosociale variabelen zijn bepalende factoren in de succesvolle ontwikkeling van talent, en eminentie is het beoogde doel van hoogbegaafd onderwijs.

Mega-model

Dit model houdt er rekening mee dat het startpunt en hoogtepunt van het presteren per domein kan verschillen naargelang leeftijd, hetzij in de kindertijd, adolescentie of volwassenheid. Bovenaan in het model staan de ontwikkelingspaden van talent met verschillende begin-, piek- en eindtijden per domein. Vervolgens wordt in de vroegste fase talent grotendeels bepaald door het potentieel, terwijl het in de middelste fasen wordt bepaald door bewezen prestaties. Op volwassen leeftijd wordt talent gedefinieerd door prestatieniveaus die eminent zijn. Ten derde omvat het talentontwikkelingsproces verschillende overgangen waarbij gaves of vermogens ontwikkeld worden tot competenties, competenties tot expertise en expertise tot eminentie.

Het type creativiteit dat een persoon uit, is een van de kenmerken die vermogen van competentie, competentie van expertise en expertise van eminentie onderscheidt. De kleine c-creativiteit uit zich in onafhankelijk en flexibel denken en het creëren van projecten of producten die nieuw zijn in vergelijking met die van leeftijdsgenoten. Creatief denken en vaardigheden zoals metaforisch denken, divergent denken en probleemoplossend denken, kunnen systematisch worden ontwikkeld tijdens de adolescentie. Om te kunnen overschakelen naar eminente prestatieniveaus dient er een aanzienlijke verschuiving te gebeuren: creatieve producten worden nu niet alleen beoordeeld in relatie tot anderen op vergelijkbare niveaus in het veld, maar ook door hoe ze het veld vooruit helpen. Dit wordt grote C-creativiteit genoemd.

Net als bij creativiteit, bestaan er verschillende niveaus en soorten van motivatie die in verband staan met de niveaus van prestatie. Wat we kleine m-motivatie noemen, verwijst naar de motivatie die gepaard gaat met kleinere taken en beslissingen: 'welke cursus ga ik volgen?' of 'wat is belangrijker, een summercourse volgen of een verdiepingsprogramma proberen te krijgen in een cursus?'. Wat we grote M-motivatie zouden kunnen noemen, verwijst naar een innerlijke drive om hogere doelen te bereiken die gepaard gaan met eminentie, zoals een reputatie opbouwen, een fortuin verdienen, macht verwerven, bekend worden of de wens om de wereld te veranderen.

Ten slotte wordt het talentontwikkelingsproces aangedreven door deskundige leerkrachten, mentoren en coaches. In elke fase veranderen de leerstrategieën en instructiedoelen. In de vroegste fase is het de taak van de leraar om de interesses van leerlingen in een bepaald onderwerp aan te wakkeren, zodat ze in een domein betrokken raken en zo gemotiveerd raken. In de volgende fase van ontwikkeling is het van cruciaal belang dat leerkrachten de leerling helpen om de benodigde vaardigheden, kennis en waarden te ontwikkelen die verband houden met het verwerven van expertise op dat gebied. De leerkracht in de laatste fase is eerder een mentor die de talentvolle leerling helpt een uniek toepassingsgebied te vinden of om een niche in het veld te ontwikkelen: een persoonlijke stijl, methode of aanpak.

Het ontwikkelen van vermogens naar eminent presteren kan worden belemmerd door factoren zoals een lage motivatie, overtuigingen die ervoor zorgen dat ze niet leren omgaan met tegenslagen of geen veerkracht opbouwen, leerkansen die niet optimaal zijn of toevallige gebeurtenissen die bepalend zijn. Aan de andere kant kan het proces worden verbeterd door het beschikbaar stellen van goede onderwijskansen waar ook buitenschoolse activiteiten toe gerekend worden, mentoring, psychologische en sociale steun van belangrijke personen en sociaal kapitaal.

Eminentie als doel van hoogbegaafd onderwijs

Volgens Subotnik et al. hebben we nood aan meer mensen die op een creatieve manier bijdragen aan de samenleving en baanbrekende ontdekkingen doen die het veld veranderen. Eminentie zou dan ook het beoogde doel van hoogbegaafd onderwijs moeten zijn, zodat meer ondersteuning geboden wordt om optimaal te kunnen presteren en produceren. Hiermee impliceren ze echter niet dat hoogbegaafd onderwijs beperkt dient te worden tot enkel die leerlingenen die excellent presteren. Maar de focus houden op eminentie als doel zorgt er wel voor dat er voldoende ondersteuning komt om te mogen excelleren. Het idee dat het streven naar eminentie schadelijk zou zijn voor het persoonlijk welbevinden wordt niet ondersteund door onderzoek, vooral niet als de begeleiding geboden wordt door leerkrachten met juiste kennis van zaken wat betreft de onderwijsbehoeften van deze leerlingen. Enkel focussen op het welbevinden van hoogbegaafde leerlingen zou niet het beleid mogen zijn van hoogbegaafd onderwijs. Subotnik beweert dat het streven naar het ontwikkelen van je talenten en capaciteiten juist zal leiden tot hogere niveaus van persoonlijke voldoening en zelfontplooiing, dat net als gevolg zal hebben dat de maatschappij er onvoorstelbaar veel voordeel uit haalt.

Literatuur

  • Subotnik, R. F., Olszewski-Kubilius, P., & Worrell, F. C. (2012). A proposed direction forward for gifted education based on psychological science. Gifted Child Quarterly, 56(4), 176–188.