Waarin blinken sterke rekenaars uit?
Al vroeg in de ontwikkeling zijn er grote individuele verschillen in de wiskundeprestaties van kinderen. Sommige kinderen kunnen al op jonge leeftijd behoorlijk moeilijke wiskundige oefeningen maken, zelfs als die nog niet zijn aangeleerd in de klas. Tot nu toe hebben deze sterke rekenaars niet veel aandacht gekregen in wetenschappelijk onderzoek. In haar doctoraat nam Merel Bakker (KU Leuven; promotor prof. Bert De Smedt) daarom de kenmerken van sterke rekenaars in de kleuterschool en de lagere school onder de loep, met bijzondere aandacht voor hun cognitieve en wiskundige vaardigheden. In het proefschrift werden verschillende vaardigheden naar voren gebracht die een belangrijke rol kunnen spelen bij het behalen van succes in wiskunde.
In de studies van het proefschrift werden sterke rekenaars vergeleken met hun gemiddeld presterende klasgenoten. In twee studies werden de kenmerken van sterke rekenaars in het derde en vierde leerjaar onderzocht. De analyses lieten zien dat sterke rekenaars bijvoorbeeld heel goed in staat zijn om wiskundige problemen op meerdere manieren op te lossen. Andere unieke factoren die naar voren kwamen als voorspeller van sterke wiskundeprestaties waren sterke visueel-ruimtelijke vaardigheden en een grote behoefte aan cognitieve uitdaging.
Kunnen we ook al kenmerken van sterke rekenaars vaststellen op voorschoolse leeftijd? Op deze vraag wilden we in de derde studie een antwoord op geven. Van de leerlingen waarvan we wisten dat ze sterke dan wel gemiddelde rekenaars waren op basis van toetsen in het eerste en derde leerjaar, werden zowel de wiskundige vaardigheden (bijv. numerieke vaardigheden en meer complexe wiskundige vaardigheden zoals het voorspellen van patronen, het vergelijken van proporties en het inschatten van kansen) en algemene cognitieve vaardigheden (bijv. werkgeheugen) onderzocht toen ze nog in de kleuterklas zaten. Uit de analyse bleek dat sterke rekenaars vaak al in de kleuterklas een voorsprong lieten zien op het overgrote deel van de taken. Een vroege voorsprong op het vlak van wiskundige vaardigheden bleek daarbij meer voorspellend voor latere sterke rekenprestaties dan een voorsprong op de algemene cognitieve vaardigheden. Een goed inzicht in de relaties tussen getallen, het herkennen van getallen en het redeneren met proporties kwamen naar voren als meest betekenisvolle voorspellers van latere, sterke wiskundeprestaties.
De resultaten van dit proefschrift betekenen een stap voorwaarts in ons begrip over wat sterke rekenaars op jonge leeftijd typeert en laten zien dat deze kinderen al over uitstekende wiskundige vaardigheden beschikken nog voor deze worden onderwezen in de klas.
Geschreven door Merel Bakker en Bert de Smedt