Binnen doelgroep: Lagere schoolkinderen (6-12j)
Artikeloverzicht

Perfectionisme is geen kerneigenschap van begaafdheid

Begaafde leerlingen worden vaak geportretteerd als perfectionisten. Maar is er een inherent verband tussen cognitieve begaafdheid en perfectionisme? Uit een recente overzichtsstudie blijkt dat sterk begaafde kinderen en jongeren niet vaker negatieve vormen van perfectionisme vertonen dan gemiddeld begaafde kinderen en jongeren. Positievere vormen van perfectionisme komen wel iets vaker voor bij cognitief begaafden, al is het verschil met de groep gemiddeld begaafden eerder klein. Het idee dat begaafde leerlingen bijna per definitie perfectionisten zijn kan dus als een mythe worden beschouwd. Perfectionisme maakt, met andere woorden, beter geen deel uit van definities van begaafdheid…

 

In de praktijk verbinden heel wat mensen de begrippen perfectionisme en begaafdheid met elkaar. Perfectionisme staat ook in heel wat lijstjes van persoonseigenschappen die met begaafdheid verbonden zouden zijn en dus vaker bij begaafde mensen zouden voorkomen dan bij gemiddeld begaafde mensen. Wetenschappelijk onderzoek rond dit onderwerp bracht tot nu toe weinig duidelijkheid, want veel studies kwamen tot tegenstrijdige resultaten.

 

Verschillende vormen van perfectionisme

De tegenstrijdigheden in het bestaande onderzoek naar het verband tussen perfectionisme en begaafdheid hadden voor een deel te maken met verschillende invullingen van het begrip perfectionisme. Wat bedoelt men juist als men beweert dat begaafde leerlingen perfectionisten zijn? Dat zij de lat hoog leggen voor zichzelf? Of dat ze buitengewoon streng zijn voor zichzelf en vervallen in onzekerheid en faalangst? De laatste jaren is er een zekere consensus ontstaan over een onderscheid tussen twee verschillende vormen van perfectionisme. Perfectionisme kan betekenen dat mensen erg bezorgd zijn om fouten te maken, twijfelen over hun eigen kunnen of de indruk hebben dat anderen van hen perfectie verwachten (bv. in werk of studies). Deze vorm van perfectionisme – in de literatuur wordt gesproken over ‘zelfkritisch perfectionisme’ – wordt onder meer in verband gebracht met onderpresteren, uitstelgedrag en psychologische problemen (bv. burnout). Anderzijds zijn er ook mensen die erg hoge persoonlijke standaarden voor zichzelf hanteren, hieruit de kracht halen om prestaties te leveren die aan deze standaarden beantwoorden en dit ook zeer belangrijk vinden. Dit ‘prestatiegericht perfectionisme’ hangt niet per se samen met schoolse of psychologische problemen en hangt in sommige studies zelfs eerder samen met meer betrokkenheid, sterke schoolse prestaties en een algemeen welbevinden.

 

Cognitieve begaafdheid en perfectionisme

Onderzoekers verbonden aan de universiteiten van Trier en Bochum (Stricker, Bücker, Schneider & Preckel, 2019) zijn nagegaan of ze op basis van bestaand onderzoek kunnen besluiten of cognitief begaafde kinderen en jongeren al dan niet verschillen van gemiddeld begaafde leeftijdsgenoten op vlak van deze twee vormen van perfectionisme. Ze vonden tien wetenschappelijke studies die voldeden aan de criteria om in hun analyse opgenomen te worden. De resultaten wijzen uit dat cognitief begaafde kinderen en jongeren niet vaker zelfkritisch perfectionisme vertonen dan hun gemiddeld begaafde leeftijdsgenoten. Prestatiegericht perfectionisme komt wel iets vaker voor bij cognitief begaafde kinderen en jongeren dan bij gemiddeld begaafde kinderen en jongeren. Cognitief begaafde kinderen hebben gemiddeld genomen dus een sterkere neiging om erg hoge standaarden voor zichzelf te stellen en zijn er sterker van overtuigd dat perfecte prestaties belangrijk zijn voor hen. Het verschil tussen beide groepen is echter klein, en er blijken binnen de groep van cognitief begaafde leerlingen vooral veel interindividuele verschillen te bestaan.

 

Gevolgen voor de praktijk

De resultaten van de overzichtsstudie van Stricker en collega’s doen besluiten dat theorieën die pathologische of onaangepaste vormen van perfectionisme beschouwen als een essentieel kenmerk van cognitief begaafde personen het niet bij het rechte eind hebben. Perfectionisme hoort dus niet thuis in lijstjes van essentiële of definiërende kenmerken van cognitieve begaafdheid. Kennis over de mate van perfectionisme bij een kind kan dus ook niet helpen bij de identificatie van dat kind als cognitief begaafd.

Dit is een belangrijk inzicht omdat het stereotypering in de praktijk kan helpen doorbreken. Een negatieve reactie van een cognitief begaafd kind op een wat minder goed schools resultaat hoeft, bijvoorbeeld, niet noodzakelijk te betekenen dat dit kind een onaangepaste vorm van perfectionisme vertoont en dus hulp nodig heeft.

Dit neemt uiteraard niet weg dat sommige cognitief begaafde kinderen of jongeren wél last kunnen ondervinden van negatief zelf-evaluatief perfectionisme en dat dit voor hen een verklaring kan bieden voor moeilijkheden die ze ondervinden. Het is dan ook belangrijk om op zoek te gaan naar effectieve manieren om deze vorm van perfectionisme te verminderen bij de kinderen die er last van ondervinden. Of ze nu cognitief begaafd zijn, of niet…

 

Referentie

Stricker, J., Bücker, S., Schneider, M., & Preckel, F. (2019). Intellectual giftedness and multidimensional perfectionism: A meta-analytic review. Educational Psychology Review. Advance online publication (doi:10.1007/s10648-019-09504-1).

Goede morgen,

Is er een verband of relatie onderzocht bij cognitieve sterk ontwikkelde kinderen en volwassenen naar de traumatische leefsituatie in het gezin van herkomst? Een zwangere moeder van haar tweede kind kan via voordurende stress door de narcistische destructieve echtgenoot, in zwaar vaarwater terecht komen. Zijn jaloersheid op de aandacht van de moeder voor haar eerste kind. Het ontkennen van dit kind en de noodzaak tot zorg. Ook geen verantwoordelijkheid neemt voor de gehele gezins situatie. Hierdoor ontstaat ongewilde invloed op de ongeboren foetus. Tot aan verandering in het dna van deze ongeboren baby. Een overlevings aanpassing op die situatie van veel en ook de hersenen. Lees ; Het emotionele DNA. Gevoelens bestaan niet, zij ontstaan. van Prof.Dr. Pierre Capel. Zo'n overleving kan ook een scherper waarnemen, door dit te voelen, een weten waarop gereageerd zal worden. Niet reageren voelt en kan levens gevaarlijk zijn. Zonder dit te kunnen noemen of weten. Het is een persoonlijk en individueel normaal. Dit negeren zal een zeer negatief respons op leveren voor die persoon door deze onbewuste vaardigheden en vanzelfsprekendheid en  training. Is het creëren van gevaar, wat niet door de meeste anderen kan worden waargenomen. Maar wel als waar kan worden waargenomen door de verandering in de eisende persoon. Zelfs zal  worden ontkent ontkracht en gestraft. Wat van uit die niet aanwezig zijnde mogelijkheden logisch is. Daarom is er gezocht naar de relaties met trauma's?

Interessant 2

Beste Eveline,

in de studies die zijn opgestart door Project TALENT wordt er geen relatie met trauma's onderzocht. Het project omvatte immers basisonderzoek met als doel het leren, de motivatie en het welbevinden van cognitief begaafde leerlingen te bevorderen door onderwijs en zorg zo goed mogelijk af te stemmen op hun onderwijsbehoeften. Het gaat dus in eerste instantie vooral om onderzoek naar relaties die rechtstreeks te maken hebben met onderwijs.

Interessant 1