Binnen categorie: Onderwijs
Artikeloverzicht

Vriendschapsverwachtingen van hoogbegaafde kinderen

Ouders en goed observerende leerkrachten van cognitief begaafde kinderen zeggen wel vaker dat deze kinderen vrienden zoeken bij andere hoogbegaafde kinderen van hun eigen leeftijd of bij oudere kinderen met een bovengemiddelde intelligentie.

Deze studie (Gross, 2002) onderzocht opvattingen over vriendschap bij 700 kinderen van 5 tot 12 jaar oud: gemiddeld begaafde kinderen, bovengemiddeld begaafde kinderen en hoogbegaafde kinderen. De studie bevestigt dat de opvattingen van vriendschap over kinderen inderdaad een ontwikkelingshiërarchie vormen van leeftijdsgerelateerde stadia, met verwachtingen van vriendschap en overtuigingen over vriendschap, die met de jaren verfijnder en complexer worden. De vijf fasen verschijnen in volgorde van leeftijd en de concepten worden complexer naarmate het kind ouder wordt:

  • Fase 1 - Een partner om mee te spelen: in de vroegste fase van vriendschap wordt een vriend gezien als iemand die het kind in het spel betrekt en het kind toestaat zijn/haar speelgoed te gebruiken of te lenen.
  • Fase 2 - Mensen om mee te praten: het delen van interesses wordt een belangrijk element in de vriendschapskeuze. Gesprekken tussen 'vrienden' hangen niet meer af van het spel of de activiteit waarbij de kinderen bezig zijn.
  • Fase 3 - Hulp en aanmoediging: in dit stadium wordt een vriend gezien als iemand die hulp, ondersteuning of aanmoediging biedt. Echter niet andersom, het kind voelt nog niet de plicht om in ruil ook ondersteuning of hulp te bieden. 
  • Fase 4 - Intimiteit / empathie: het kind begrijpt nu dat in vriendschap de behoefte aan en de verplichting om troost en steun te geven, van beide kanten komt. Het geven van genegenheid en het ontvangen ervan, worden een belangrijk element in de relatie.
  • Fase 5 - 'A sure shelter': in deze fase wordt vriendschap gezien als een diepe en duurzame relatie van vertrouwen, trouw en onvoorwaardelijke acceptatie. Een echte vriend is als een veilige plek waar je naartoe gaat als je je maskers af wilt zetten. Wat je ook zegt, je weet dat je vriend echt zal luisteren en van je blijft houden. 

Uit de studie bleek dat wat kinderen zoeken in vriendschap niet zozeer bepaald wordt door de fysieke leeftijd, maar door de mentale leeftijd. Er werd een sterke relatie gevonden tussen het intellectueel niveau van kinderen en hun opvattingen over vriendschap. Over het algemeen bleken bovengemiddeld- en hoogbegaafde kinderen aanzienlijk voor te zijn in de fases van vriendschap dan hun leeftijdsgenoten met gemiddelde intelligentie. Terwijl gemiddeld begaafde kinderen nog op zoek gaan naar spelpartners, zochten hoogbegaafde leeftijdsgenoten al naar vrienden met wie ze een hechte en op vertrouwen gebaseerde vriendschap konden ontwikkelen.

De verschillen tussen hoogbegaafde kinderen en hun gemiddeld begaafde leeftijdsgenoten waren echter veel groter bij de jongste kinderen dan bij oudere kinderen. In het eerste en tweede leerjaar hebben bovengemiddeld begaafde kinderen opvattingen over vriendschap die kenmerkend zijn voor gemiddeld begaafde kinderen die minstens twee jaar ouder zijn. Uitzonderlijk hoogbegaafde kinderen gaan de laatste fase van vriendschap zelfs vier tot vijf jaar eerder in dan hun leeftijdsgenoten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hoogbegaafde kinderen vrienden zoeken onder hoogbegaafde kinderen van hun eigen leeftijd of onder oudere kinderen die gewoon bovengemiddeld intelligent zijn.

De resultaten van deze studie werpen opnieuw de vraag op waarom leraren zo terughoudend zijn om jonge (hoog)begaafde kinderen te laten versnellen. Deze studie suggereert immers dat wanneer we jonge kinderen of kleuters van gelijke leeftijd, ongeacht het intellectuele of emotionele vermogen, samenzetten in een klas dit ertoe zal leiden dat het begaafde kind zich eenzaam of sociaal geïsoleerd zal voelen. Volgens de auteurs is het samenzetten van deze kinderen met leeftijdsgenoten wiens vriendschapsverwachtingen zo radicaal afwijken, moeilijk te rechtvaardigen.

Literatuur

  • Gross, M. (2002). Play partner or sure shelter: What gifted children look for in friendship. Retrieved from Davidson Institute: http://www.davidsongifted.org/Search-Database/entry/A10255